eeuw edelsmeedkunst 1835-1935, Begeer/Brinkgreve 1935, passim
Nederlands zilver 1815-1960, The Hague 1960, p. 15 en passim
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars, 1750-1950 [Scheen, 1969] [2-delig], Scheen 1969-1970
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars, 1750-1880 [Scheen, 1981], Scheen 1981, p. 481-482
Kunstnijverheid in Nederland 1880-1940, Eliƫns/Groot/Leidelmeijer 1996, p. 249
Literatuur
Ed.Thorn Prikker, 'Onder den St.Maarten', Onze Kunst 1 (1902), p. 64-81
L.Gans, Nieuwe Kunst. de Nederlandse bijdrage tot de Art Nouveau.Dekoratieve kunst, Kunstnijverheid en architektuur omstreeks 1900, Utrecht 1966, p. 26 en passim
M-R.A.S.Bogaers, 'Zilverontwerpen van Th.K.L.Sluyterman', Jong Holland 1 (1985), p. 48-55 [nadere litt.]
R.Baarsen e.a., 'De Lelijke Tijd'.Pronkstukken van Nederlandse interieurkunst 1835-1895,(Rijksmuseum) Amsterdam 1995, p. 123 en passim
J. Hilkhuijsen, Delftse Art Nouveau. Onderwijs en ontwerp van Adolf le Compte, Karel Sluyterman en Bram Gips, Assen (Drents Museum)/Zwolle (Waanders) 2001
M. Jonkman, E. Geudeker, Mythen van het atelier. Werkplaats en schilderpraktijk van de negentiende-eeuwse Nederlandse kunstenaar, Zwolle 2010, p. 185 en passim
Opleiding
Polytechnische School (Delft)Polytechnische School (Delft), 1880-1884